De Arkelse Molen
De Arkelse molen Jan van Arkel werd gebouwd in 1852en is al vele jaren een gezichtsbepalend object in onze gemeente. Verschillende molenaars hebben
met het malen van graan hun brood verdiend. Echter, aan alles komt een eind, er kwamen in den lande stoomgraanmaalderijen en het aanbod van graan
aan de molens liep drastisch terug.
Vlak na WO2 was er dan ook voor de Arkelse molenaar geen droog brood meer te verdienen met het malen van graan. Elektrische maalderijen hadden het
werk van de windmolens overgenomen. In 1946 besloot molenaar Kees Scherpenisse, die al vanaf 1925 molenaar was, de pijp aan Maarten te geven en vroeg
een vergunning aan om de molen te mogen slopen. Volgens hem was er een sloper in de molen genteresseerd die de molen, na afbraak, in Amersfoort weer
op wilde bouwen.
Er ging een golf van verontwaardiging door onze gemeente “Onze molen slopen? het mooiste gebouw dat Arkel rijk is? Dat nooit”. De gemeente kocht de
molen aan en in 1947 werd de molen gerestaureerd en tot 1952 verhuurd aan molenaar Schuurman. Van 1952 tot 2010 aan de familie Scherpenisse.
Na de gemeentelijke herindeling in 1986 kwam de molen in handen van de gemeente Giessenlanden en werd in 1991 overgedragen aan de stichting tot
instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De heer Bas de Deugd werd aangesteld als hobbymolenaar en hij laat de wieken
op gezette tijden draaien.
In de loop der jaren zijn er diverse malen ingrijpende onderhouds werkzaamheden aan de molen verricht. De molen is nu echter toe aan een grondige
onderhoudsbeurt die veel geld gaat kosten, maar desondanks toch zal worden uitgevoerd. Dit monument zal in ieder geval voor de gemeenschap
behouden blijven.
Molenaars familie Scherpenisse.
De familie Scherpenisse woonden oorspronkelijk in Zeeland in St. Annaland. Ze hadden een boerderij en het gezin bestond uit tien kinderen.
Zoon Kees ging na de lagere school op 14- jarig leeftijd naar Maasdam en leerde daar het molenaars vak. Hij leerde daar zijn vrouw kennen, Cornelia Weeda.
In 1925 kocht de vader van Kees de Arkelse molen van de gebroeders Wilbrink. Kees kwam met zijn zuster Pie, die vrijgezel was en later getrouwd is met
Peer de Jong, naar Arkel. Ze trokken in bij de bewoners van de molen, de familie Wilbrink die bestond uit 2 broers en zuster, alle drie niet getrouwd.
In 1928 trouwden Kees en Cornelia en de Wilbrinken verhuisden naar een woning in het dorp.
Na verloop van tijd kwamen steeds meer kinderen Scherpenisse vanuit Tholen naar Arkel. Als eerste kwam opa Scherpenisse die in 1930 de woning bij de
molen liet bouwen. Kees en Cornelia verhuisden naar een woning op Schotdeuren, nu het cafetaria.
Op de molen werden diervoeders geproduceerd, maar de nadruk lag op het boerenwerk die op de molen hun graan lieten malen. Er werd ook graan
gemalen voor de bakkerijen in de omgeving. In 1946 wilde Kees de molen laten afbreken, er was al contact gelegd met een eventuele koper.
Dit kwam burgemeester Scheffer ter ore die eens ging praten met Kees. Het resultaat was dat de gemeente de molen kocht.
Aanvankelijk kwam er een nieuwe molenaar die de molen huurde, maar dat was van korte duur. Er kwam een nieuwe firma Scherpenisse op de molen
bestaande uit schoonzoon Gerrit den Adel en zoon Kees Scherpenisse, maar nu als huurder van de gemeente en ze zijn dat gebleven tot Gerrit en Kees
stopten.
Kees Scherpenisse
ARKELSE VERHALEN